Op een lijn zitten betekenis
lijn (de; v(m); meervoud: lijnen) 1 dun touw dat uitgespannen wordt en waaraan iets wordt bevestigd: een hond aan de lijn houden aan de hondenriem; één lijn trekken op dezelfde manier te werk gaan 2 telefoonlijn: er is iem. voor je aan de lijn 3 (sport) de witte streep langs of op een wedstrijdterrein: langs de lijn staan buiten het speelveld.